En zo waren er opeens 2 maanden voorbij gevlogen, zonder een blog-update. Door mijn hersenschudding was ik vooral aan huis gekluisterd, en heb ik (dacht ik) weinig meegemaakt.
De geplande reisjes (de laatste sneeuwreis met school in maart, daarna de huttentrektocht op back country ski’s met Marjolein tijdens Pasen) heb ik helaas daardoor moeten afzeggen, waardoor ik veel thuis ben geweest.
Om niet helemaal als een kluizenaar in mijn huis weg te kwijnen, ben ik met een nieuwe hobby, Nature Journaling, gestart. Hobby’s had ik nog niet genoeg, dus dit kan er ook nog wel bij. Zo probeer ik elke dag iets uit de natuur te observeren, dat ik in mijn schriftje teken en schilder. Vervolgens zoek ik er allerlei nuttige informatie over bij en schrijf dat op. Niet alleen de Nederlandse benaming van het plantje of het dier, maar uiteraard ook de Zweedse benaming en wat nuttige wetenswaardigheden. Zo heb ik mijn tijd toch goed en nuttig kunnen vullen. Inmiddels heb ik al meerdere schriftjes met mijn natuurobservaties aangelegd en ben ik creatief en ontspannen bezig in de natuur, en leer ik ook nog wat over de Zweedse natuur (en de Zweedse benamingen).
In plaats van de huttentrektocht op de back country ski’s zijn Marjolein en ik rondom huis gebleven. Zo hebben we een tweedaagse wandeling langs de Bruksleden (een wandelroute tussen Avesta en Västerås die niet ver van mijn huis loopt) gemaakt. Onderweg hebben we overnacht in een shelter, en doordat mijn multi fuel brander toch niet zo multi-fuel bleek te zijn (en met zuivere benzine toch niet wilde brandde), moesten we toch op zoek naar hout om een vuurtje te stoken zodat we daarop konden koken.
Verder hebben we getuinierd (heel veel gras uit de borders verwijderd) en zijn we bij de kopermijn in Falun geweest. Het gebied waar ik woon, Bergslagen, is een oud mijnen gebied, en daar is nog veel van bewaard gebleven.
Sommige mijnen zijn nog in gebruik, zoals de zinkmijn in Garpenberg. In april ben ik daar naar de inspiratieavond voor vrouwen gegaan, in de hoop dat ik een rondleiding onder de grond zou kunnen krijgen. Helaas bleek dat niet het geval: het merendeel van het werk vindt tegenwoordig boven de grond plaats. Zo kunnen machines gewoon vanaf kantoor bediend worden, en is er een control room waar alle mijnactiviteiten op grote schermen in de gaten worden gehouden. Het was leerzaam om te zien hoe het er in een moderne mijn aan toe gaat.
De laatste twee weken van april hadden we ‘projectweken’ van school waarbij we zelf ons eigen project mochten kiezen. Ik heb verschillende kleine dingen gedaan, zoals een appelboom enten. Dat was interessant en leuk. Ik heb de appelsoort ‘Kim’ geent, dat een combinatie is van onder andere ‘Katja’ (wat ook een appelsoort is; weer wat geleerd). En nu maar hopen dat de appelboom snel lekkere appels krijgt! Als hoofdproject ben Ik naar Polen gegaan voor de conferentie van de Experiential Educators Europe (EEE). Een conferentie die altijd zeer inspirerend is: deelnemers zijn zelf verantwoordelijk voor de vulling van het programma, en geven dus zelf workshops aan mede deelnemers.
Voorafgaand aan de conferentie was er een pre conference in het Tatra gebergte. Dat was heel erg gaaf. We hebben daar ‘geraft’ in traditionele houten rafts op de grens met (en zelfs deels ín) Slowakije. Dat klinkt avontuurlijker dan het is, want eigenlijk was het meer ‘op een houten vlot zitten en je stroomafwaarts de rivier laten afzakken’. We hadden zelf geen peddels, maar zaten met zijn achten op de raft, terwijl er 2 mannen met stokken af en toe het vlot in de juiste richting ‘prikten’ (een soort punteraars van Giethoorn maar dan anders). Verder zijn we in het thermale bad geweest en hebben we gewandeld in de bergen (erg gaaf! – jammer dat ik nu geen foto’s kan publiceren, maar hopelijk volgen die later).
De conferentie zelf was ook zeer geslaagd. Helaas heb ik vooral het avondprogramma moeten overslaan (lang leve mijn hersenschudding), maar het was zeer de moeite waard. Ook heb ik nog een workshop ‘creatief denken’ gegeven, waarbij we mijn zelfgemaakte jongleerballen gebruikt hebben.
We hebben ook nog een uitstapje gemaakt naar de zoutmijn in de buurt van Krakau. Bijzonder om te zien hoe luxe deze mijn er uitzag vergeleken met de andere mijnen die ik gezien heb: Deze mijn had hoge ‘plafonds’, was schoon en had heel veel beelden. Er was zelfs een kathedraal onder de grond gebouwd! Overigens was dit ook de meest toeristische mijn waar ik geweest ben: er stonden rijen mensen voor de entree. Tijdens de rondleiding kwamen we dan ook hordes toeristen tegen.
Verder heb ik zelf nog Krakau verkend, een hele mooie stad met veel historie. Bij aankomst in Krakau raakte ik op het treinstation aan de praat met een Oekraïense vrouw die middenin het oorlogsgebied woont. Ondanks alle ellende en bombardementen wil ze daar blijven wonen want ‘er moeten ook mensen in het land blijven en het leven gaat door’. We hebben een aangrijpend gesprek gehad dat diepe indruk op me gemaakt heeft.
De laatste dag heb ik een bezoek gebracht aan de joodse wijk in Krakau, de fabriek van Oskar Schindler en heb ik een wandeling gemaakt door een voormalig concentratiekamp. Ook dat was weer indrukwekkend. Wat mogen wij dankbaar zijn dat wij in vrijheid leven. Ik hoop nu nóg meer dat die ellendige oorlog snel te einde is, dit moet echt zo snel mogelijk stoppen!
Hi Katja, ik lees je blog altijd met veel plezier. April mijnen maand komt niet verder dan de eerste paar zinnen. Is er wellicht een blocker in werking of zou het iets te maken hebben met mijn woonplaats?
Hartelijke groet uit Shanghai, Ellen Nuhn
HI Ellen,
Leuk dat je mijn blog leest! Ik heb wat problemen met mijn website, maar als het goed is moet je nu de tekst wel kunnen lezen. Hopelijk kan ik binnenkort weer foto’s plaatsen, vooralsnog is deze blog zonder foto’s.
Succes in Shanghai!
Katja
Je zit ondanks je hersenschudding nog steeds niet stil. En wat bijzonder die mijn waar alles boven de grond wordt geregeld.
Hopelijk gaat je hoofd steeds beter worden.