Naar school!

Nadat veel Nederlandse familie en vrienden mijn huis gekeurd hadden, was het de beurt aan mijn Zwederlandse vrienden (de Nederlanders die in Zweden wonen). Gelukkig hadden ook zij goedkeuring gegeven aan mijn huis. Dat was maar goed ook, want inmiddels had al in de krant gestaan dat ik het huis gekocht heb.  Als iemand in Zweden een huis koopt wordt dat, nadat de officiële overdracht is geweest, in het lokale krantje gepubliceerd (de naam van de nieuwe eigenaar, de oude eigenaar en het bedrag waarvoor het huis gekocht is worden daarbij vermeld). 

Zonder het vooraf te weten, is nu gebleken dat ik een hele appelboomgaard bij mijn huis gekocht heb. Het zijn maar 2 bomen, maar er komen enorm veel appels af. Ik heb er al veel appelmoes van gemaakt en ingevroren, maar ik denk dat ik komend weekend weer met mijn appelzeef aan de slag moet om een nieuwe voorraad appelmoes te maken en in te vriezen. 

Inmiddels is mijn school ook begonnen. Het schooljaar begon met een introductieweek in de ‘bergen’, met de auto zo’n 4 uur hier vandaan. De school heeft daar twee hele primitieve hutjes (geen elektriciteit, geen water, maar wel een beekje waar water gehaald kan worden) waar we een week gebivakkeerd hebben. Ik was heel benieuwd wie mijn klasgenoten zouden zijn. Bij de introductie bleek dat ik het ‘buitenbeentje’ ben (het zal ook eens niet zo zijn – ha ha ha): ik was veruit de oudste deelnemer (13 jaar ouder dan de op een na oudste deelnemer en 27 jaar ouder dan de 2 jongste deelnemers), was de enige buitenlander en was naast een andere deelneemster, de enige die een eigen tentje mee had genomen om te slapen (daar was ik heel blij mee want de hutjes waren erg erg erg klein!). Omdat ik zo snel mogelijk het Zweeds onder de knie wil krijgen, heb ik ervoor gekozen om alleen maar Zweeds te praten. Dat is best vermoeiend als je een hele week met elkaar op pad bent (en ook lastig omdat ik niet alles wat ik denk direct in het Zweeds kan zeggen), maar het is enorm goed voor mijn Zweeds, het gaat dan ook met sprongen vooruit. 

Tijdens de week hebben we van alles gedaan: zalf gemaakt van diverse bloemen en sparrenhars (dat we eerst van de bomen moesten schrapen), wat gehandwerkt met wol, met onze nieuwe bijlen en messen van alles gemaakt met hout, veel rond het kampvuur gezeten (en Zweedse kampvuurliedjes gezongen) en wat gewandeld (onder andere naar een waterval waar we volgens Zweedse traditie ‘nipponsoppa’ (rozenbottelsoep) met amandelkoekjes hebben gegeten). Ëén nacht zijn we gaan bivakkeren in de buitenlucht met de tweedejaars studenten die een mooie plek voor ons hadden uitgezocht. Ik had verwacht dat we eerst een flinke wandeling zouden maken met onze rugtassen voordat we zouden neerstrijken in het bos. Maar niets bleek minder waar: al na – ja je leest het goed- ZESHONDERD METER werden de tassen neergelegd en werd het kamp opgebouwd….

Tijdens de introductieweek bleek al dat ik mijn energie en enthousiasme moet temperen en me moet aanpassen aan het rustige en relaxte tempo (in plaats van te willen rennen en vliegen en zoveel mogelijk te willen doen en te willen leren – ik ben dan wel veruit de oudste maar qua energie en leergierigheid is daar niet zoveel van te merken…). Ook tijdens de lessen op school werd ik hiermee geconfronteerd: het gaat enorm traag; soms lijkt het meer op bezigheidstherapie dan op school. Zo zijn we met onze klas een middag naar diverse loppissen (tweedehands winkels) geweest, en hebben we een verkiezingsdebat bijgewoond die op school plaatsvond. Ondanks dat ik het inhoudelijk wat vind tegenvallen, is het voor mij heel leerzaam. Ik leer van alles over de Zweedse cultuur en de taal. Later dit jaar gaan we aan onze eigen projecten werken, dus dan kan ik als het goed is mijn hart ophalen (ski’s en kano maken van hout, en ik wil ook een pulka maken voor in de sneeuw).

De lessen zijn van ’s ochtends half 9 tot ’s middags half 3- 3 uur. Tussentijds zijn er veel pauzes. De meeste scholieren wonen op het internaat dat op het schoolterrein ligt. Door de weeks wordt er voor hen gekookt en op het schoolterrein is van alles te doen. De school ligt op een superplek aan het water. In onze klas van 12 is er, naast mij, maar 1 andere klasgenoot die niet op school woont. Ik ga elke dag op de fiets naar school (30 kilometer enkele reis, voor het grootste gedeelte over hobbelige bospaden met stenen en grind), daardoor is het voor mij wel een dagvullend programma (vooral als er- zoals deze week- ’s middags extra lessen zijn). De docenten kijken elke keer weer met grote ogen als ik weer op mijn fiets kom aanfietsen (ook als het keihard regent). Ik vind het heerlijk om weer lekker te fietsen. Na al dat verven en klussen aan mijn huis had ik al tijden niet meer gesport, dus dit is weer een goede manier om weer wat conditie op te bouwen.  

Twee keer per week is er met de hele school een bijeenkomst in de kapel. De kerkklokken luiden dan en iedereen begeeft zich naar de kapel, waar eerst een lied wordt gezongen dat op een groot scherm geprojecteerd wordt. Ik heb mijn ogen uitgekeken naar de variëteit aan mensen die op school zitten: bejaarde vrouwen (die de handwerkopleiding volgen), jongens en meisjes vol met tatoeages en piercings (eentje heeft wel 20 piercings in zijn gezicht, en ook nog 2 grote schotels in zijn oorlellen), mensen met het syndroom van down, vrouwen met hoofddoekjes, jongens met lang haar en nog veel meer. Ik vond het bijzonder om te zien dat iedereen uit volle borst meezong. 

Afgelopen vrijdag was er met de school een ochtend volksdansen. Mijn juf (en bijna naamgenoot) Katha wist dat ik bezig was met het schilderen van de buitenkant van mijn huis. Ze kwam naar me toe en gaf me – zonder dat ik erom gevraagd had (heeft ze de verhalen gehoord over mijn dansje tijdens Midsommar in Norberg?) – spontaan vrij zodat ik aan mijn huis kon schilderen. Dat kwam mij heel goed uit, want de dagen worden korter (’s ochtends blijft het lang vochtig en ’s avonds is het al snel vochtig en donker) zodat er weinig tijd overblijft voor het schilderen. Afgelopen weekend heb ik gelukkig al het buitenschilderwerk af kunnen maken, zodat ik het nu even klus-technisch wat rustiger aan kan doen.

Afgelopen zondag was het verkiezingsdag in Zweden. Ik dacht dat ik als buitenlander geen recht had om te stemmen, maar toen ik mijn kiespas (voor de gemeente en de regio) kreeg, heb ik me toch maar verdiept in de politiek. Het is grappig om te zien dat de politieke thema’s die in Nederland actueel zijn, ook hier spelen. Van alle kandidaten voor de gemeenteraad, kende ik er veel. Zo kwam er een lijsttrekster bij mij aan de deur met een foldertje. Zij kon een aantal dingen over mij vertellen (zonder dat ik wist wie zij was), maar later in het gesprek kwam ik erachter dat we elkaar bij een bijeenkomst van de gemeente ontmoet hebben.

Deze week zijn er 2 nieuwe klasgenoten uit België bijgekomen, zij spreken geen Zweeds, en voor hen moet er af en toe wat vertaald worden zodat ze iets van de lessen meekrijgen. Maandag hebben we bij onze juf ‘les’ gehad. Ik ben op de racefiets naar haar toe gefietst (foute inschatting: veel gravelwegen met grote hobbels…) en gedurende de dag hebben we – naast een rondleiding – lingon bessen geplukt in het bos en appelsap gemaakt van de appels die op school aan de bomen hangen. 

Komende week gaan we een 4 dagen op kano avontuur in open kano’s. Om ons hierop voor te bereiden hebben we al in houten handgemaakte kano’s (die we zelf later dit jaar ook nog gaan maken) reddingoefeningen gedaan. Verder hebben we veel lessen over wat we allemaal moeten meenemen op reis gehad. Ik heb tijdens een aantal lessen met gekromde tenen gezeten omdat het er zo inefficiënt en onpraktisch aan toe ging – het leek wel of er geprobeerd werd om zo lang mogelijk over iets te praten dat ook in 5 minuten gezegd en geregeld kon worden. 

Ik wilde niet de irritante bijdehante ongeduldige Nederlander zijn die het wel weer beter wist. Maar na 3 lessen kon ik het niet meer aanzien, en heb ik voorgesteld om het wat praktischer aan te pakken: Excel lijsten maken met wat we per type reis allemaal nodig hebben, zodat we efficiënt materialen kunnen inpakken en boodschappen kunnen doen en bij de komende reizen geen weken hoeven te vergaderen over uitrusting. De juf was enthousiast, maar mijn medescholieren nog niet echt. Misschien heb ik nu wel de charme van de opleiding verpest met mijn procesverbeteringen om verspillingen te voorkomen (sorry…beroepsdeformatie!)….

 

Hutjes tijdens de introductieweek
Onze overnachtings-bivak-plaats 600 meter van de hutjes...
Twee emmertjes water halen!
Bij de waterval
Zwemmen in het ijskoude water bij de waterval
Rozenbottelsoep met amandelkoekjes tijdens de watervalwandeling
De voorraad houten ski's in de voorraadkelder
Handgemaakte houten kano's
Reddingsoefeningen met de kano's
Appelsap maken bij de juf thuis

6 gedachten over “Naar school!”

  1. Ann Ketelaars

    Weer mooie belevenissen Katja
    Nog een appelinvulling, voor het geval dat je iedere dag appelmoes moet eten. Je kunt ook prima zelf appelsap maken en dit zonder een enkele toevoeging invriezen in kleine plastic flesjes

  2. Hoi Katja zo te lezen is de school op diverse fronten toch ook echt wel een leerschool voor je. 😃 En misschien kun je ze inderdaad wat praktische lessen meegeven. Veel plezier en tot het volgende verhaal. Liefs van ons.

  3. Corrie Vial

    Wat een leuk en stoer verhaal weer Katja, ik heb er echt van genoten !
    Ik zie het helemaal voor me, goed hoor dat je je al zo met de taal redt !
    Veel succes met je school avontuur !

  4. Geniet maar met volle teugen van dit avontuur. Superleuk geschreven. Ik zie het al helemaal voor me: Katja de regelaar ÷-). Heel leuke foto’s en dat pakt ook de sfeer. Hartelijke groetjes

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *