De traditie om wekelijks een blog te posten is nu definitief verbroken. Dit keer omdat ik – hoe kan het ook anders – veel op pad ben geweest. Wat is er allemaal gebeurd?
De week voordat ik naar Nederland ging, stond vooral in het teken van het regelen van mijn vaccinatiebewijs. Ondanks dat ik dat al in februari had aangevraagd, had ik dat nog steeds niet binnen. Omdat ik met de auto door Duitsland moest rijden en daarvoor officieel een vaccinatiebewijs nodig had, begon ik hem toch te knijpen.
Na diverse keren heen en weer gefietst te hebben naar het gezondheidscentrum in het dorp en mijn huis en in het Zweeds mijn verhaal te hebben gedaan, konden ze me daar niet helpen omdat ik in een andere provincie mijn vaccinatie had gekregen en ze dat niet in het systeem konden opzoeken. Vervolgens kreeg ik een telefoonnummer van ze, maar ook zij verwezen me weer door naar een ander nummer. De telefoniste van dat nummer verwees me vervolgens weer naar het andere telefoonnummer door. Een mooi geval van iemand van het kastje naar de muur en weer terugsturen. Uiteindelijk was de tip dat ik het ziekenhuis die mij gevaccineerd had maar moest bellen, wellicht dat zij snel iets op papier konden zetten zodat ik iets van een vaccinatiebewijs had. Helaas waren zij donderdagmiddag telefonisch niet meer bereikbaar, dus belde ik hen op vrijdagochtend voordat ik naar Nederland vertrok op. Zoals wel vaker in Zweden kreeg ik de voicemail, met de mededeling dat ik ’s middags om 15:20 uur zou worden teruggebeld…. een paar uur voordat mijn ferry naar Duitsland zou vertrekken.
Op hoop van zegen ben ik vrijdagochtend met mijn busje richting Nederland vertrokken. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om de tulpen die ik eerder die week van Annemieke had gekregen thuis te laten. Omdat ik groot voorstander ben van gelijke behandeling voor iedereen en ik mijn nieuwe kamerplant een week daarvoor wel mee had genomen op fietstocht, mocht de bos tulpen gezellig met me mee naar Nederland. Helaas heb ik door deze actie geen hangende tulpenkopjes kunnen voorkomen.
Geheel volgens afspraak werd ik vrijdagmiddag stipt op tijd door het ziekenhuis teruggebeld. Na mijn verhaal te hebben gedaan, vertelde de vrouw aan de telefoon dat ze maandag voor mij wel een vaccinatiebewijs kon maken. Toen ik uitlegde dat dat voor mij te laat was omdat ik op het punt stond om de ferry naar Duitsland te pakken, ging ze een poging wagen om haar collega te vragen om mij te helpen. Na veel heen en weer gebel met nog meer collega’s, werd ik precies gebeld toen ik het ferryterrein in Göteborg opreed met de mededeling dat het vaccinatiebewijs zojuist naar me was gemaild. Dat was letterlijk en figuurlijk ‘saved by the bell’. Overigens heb ik mijn vaccinatiebewijs niet hoeven laten zien…
Na een voorspoedige reis kwam ik veilig in Nederland aan, waar ik gezellig heb bij gekletst met collega’s, familie en vrienden. Ik had weerstechnisch een goede planning: het leek wel lente. In het weekend heb ik mijn boot dan ook vaarklaar (of eigenlijk verkoop-klaar) gemaakt en daarna heb ik nog wat trainingen gegeven. Na 1,5 week in Nederland te zijn geweest, werd het weer tijd om mijn busje in te laden met spullen. En net als de vorige keer, was de truc om het busje zo vol mogelijk te proppen. Dat is weer goed gelukt…. Met een overvol busje vertrok ik uit een besneeuwd Nederland, wat een contrast met de week ervoor. Na een voorspoedige reis via Kiel en een ferrytocht naar Göteborg kwam ik weer veilig thuis.
Tot mijn grote verrassing zat mijn brievenbus vol met allerlei post. Zo had ik mijn officiële vaccinatiebewijs per post ontvangen, en – het heeft even geduurd maar dan heb je ook wat – MIJN PERSOONSNUMMER zat bij de post !!!!!
Als welkomstgeschenk dat ik nu officieel in Zweden woon, kreeg ik ook meteen per post uitnodigingen voor een uitstrijkje en een mammografie. Welkom in Zweden: we willen graag persoonlijk met u kennismaken, dus spreid uw benen en plet uw tieten!
De dag na dit feestelijke moment stond in het teken van het sorteren van de zooi uit de bus. Gelukkig heb ik inmiddels 3 bergingen in de kelder kunnen regelen, waardoor ik nu 1 wielerhok (waarin mijn mountainbike, racefiets, step, toerfiets en rolski’s gebroederlijk naast elkaar slapen), 1 SUP/winterhok (met 2 sups, megasup, langlaufski’s, stepslee etc.) en 1 gereedschaps/overige rommel-hok heb.
Naast het uitpakken van mijn spullen, moest ik op dezelfde dag ook spullen inpakken voor mijn toerlanglauf huttentrektocht naar Noorwegen, waar ik als gids/reisleider in opleiding mee ging. Na een lange reis naar Bjorli trokken we op dinsdagochtend het gebied van Reinheimen National Park / Tafjordfjella in.
Het was een geweldig mooie en avontuurlijke tocht door ruig en uitdagend terrein met hoge bergen en zeer wisselende weersomstandigheden. We hebben windstille en zonnige dagen gehad met prachtige uitzichten over de bergen, maar ook sneeuwstormen zonder zicht. En er was meer dan genoeg sneeuw, zoveel sneeuw zelfs dat het ploeteren was om vooruit te komen door de diepe sneeuw. Naast vooruitkomen in de sneeuw was het ook een uitdaging om niet in de sneeuw weg te zakken. Toen ik een keer op kop liep om te navigeren, zakte ik tot voorbij mijn middel in de sneeuw weg. Met behulp van de pulka die ik kreeg toegeschoven heb ik mezelf weer uit het gat kunnen trekken.
Onderweg zijn we geen andere mensen tegengekomen (tijdens barre omstandigheden vroegen we ons ook af welk soort mensen dit soort tochten zouden maken – in het huttenlogboek bleek ook dat er maar heel weinig mensen in het winterseizoen deze hutten bezoeken), en hebben we alle onbemande hutten voor onszelf gehad. Dat was fijn en luxe, maar zorgde er ook voor dat er elke keer een schepcompetitie moest worden gehouden om de hut en de naastgelegen wc sneeuwvrij te maken. Soms stormde het zo hard, dat onze sneeuwvrij geschepte wc via kieren in het dak weer ondersneeuwde.
Onze koninginnenetappe was 25 kilometer lang, en ging over een steile klim (met een hoogte van 1745 m). Het was nog spannend of we die bergen over konden komen met de pulka. Op een van de eerdere etappes hadden we de pulka met zijn tweeën moeten tillen langs een steile helling. Bovendien was het de vraag of we op tijd – voordat de sneeuwstorm kwam- de volgende hut konden bereiken.
Ter voorbereiding hadden we de avond ervoor in detail gepland hoe laat we waar moesten zijn, en hadden we ook een go/no-go punt afgesproken. Om 6 uur ’s ochtends vertrokken we bij een nog relatief heldere lucht. Hoe meer we klommen, hoe meer wind er kwam te staan. Op den duur waaiden we bijna van de berg en leek het weer te betrekken. Ook bleek dat er een aantal mensen – waaronder ik- witte plekken in hun gezicht hadden (tekenen van bevriezing). Het was dus zaak om zo snel mogelijk deze berg af te komen. Om tijd te winnen besloten we de ski’s uit te doen en een stuk te lopen.
Aan de andere kant van de berg leek het een andere wereld: daar leek nauwelijks wind te staan en was het uitzicht geweldig. Al snel vergaten we de ontberingen van even daarvoor en genoten we van al het moois, en hadden we ruim voor tijd ons go/no-go punt bereikt. Het eind van de etappe sloeg het weer om, en moesten we tegen de wind over een meer en even later bergop richting hut ploeteren zonder ook maar enig zicht. Na bijna 13 uur ploeteren kwamen we aan bij de hut. De dag erna hadden de deelnemers een welverdiende rustdag.
Met mijn hamsterwang (die dik en rood was, en de volgende dag iets meer was gaan hangen en paars werd; inmiddels lijkt mijn rechterwang meer op die van een verschrompelde oude vrouw) gingen Rick en ik de slotetappe verkennen. Dat bleek een ware poolexpeditie: door de diepe sneeuw in de sneeuwstorm zonder enig zicht met kaart en GPS proberen af te dalen. Toen we beneden waren, dachten we snel weer naar de hut te kunnen via het pad dat we zojuist gemaakt hadden, maar het pad was alweer dicht gesneeuwd. Desondanks kwamen we na 3 uur toch weer heelhuids in de hut aan (we hadden in totaal maar liefst 3 kilometer afgelegd), en leek het sein op groen te staan voor de slotetappe. Als het weer zondag te slecht zou zijn, zouden we nog langer in de hut blijven. Om half 8 vertrokken we voor de slotetappe. Ondanks de sneeuwstorm en het slechte zicht had iedereen er vertrouwen in. Toen we beneden waren, was dan ook het unanieme besluit om door te gaan. De 6 daagse tocht werd dan ook in stijl afgesloten: onder barre omstandigheden, met weinig zicht en veel sneeuw kwamen we in Grotli aan en konden we terugkijken op een avontuurlijke en gave week.
Toen ik na 6 dagen zonder internet mijn mobieltje bekeek zag ik dat er in Norberg 43 centimeter nieuwe sneeuw gevallen was. In plaats van mijn dagelijkse wandelrondje voor het werk, heb ik vanochtend een rondje op mijn back country ski’s door het bos gemaakt, gewoon om het af te leren en nog even na te genieten van al het moois van afgelopen week.
Heftig tochtje hoor!!
Cool!